ABC
1
KenmerkenVoorbeelden of beschrijvingTaak/rol leerkracht
2
Leesgedrag aanpassen aan doelInformatieve teksten

Mening Teksten

Verhalende teksten

Kennistoetsen/

studieteksten
Juiste teksten kiezen.
Sturen en begeleiden.
Leerlingen betrekken en activeren bij een tekst.
Een gevarieerd en motiverend aanbod verzorgen.
3
Voorbereiding op een leven lang leren en een sleutel tot succes in het VO en verder.Burgerschap en sociale en maatschappelijke vaardigheid numero uno!De taal, inhoud en structuur van een tekst (gecompliceerde teksten) toegankelijk maken
4
Tekst wordt meerdere keren in sessies gelezen. Dat kan in een les of in meerdere lessen.
Sessie 1: Waar gaat het over en wat zegt de tekst?
(info, kennis of verhaal?)
Sessie 2: Hoe wordt het in de tekst gezegd
3:Diepere betekenis en wat betekent de inhoud voor mij.
De focus komt steeds meer te liggen op verdieping van het begrip van de tekst.
Voorbeelden CR die we al kennen:
Gebruiks-

aanwijzing nieuw apparaat
Bijsluiter medicijnen

Arbeidscontract

Stemwijzer

Spelregels van een spel
Door het stellen van tekstgerichte vragen en
modellen waar het nodig is.



Volgorde van handelingen toepassen

Fysieke kenmerken zoeken die op jou van toepassing zijn
Kennen van rechten en plichten
Overtuigingen die bij jou passen
Vaste afspraken kennen en regels toepassen.
5
Tekst meerdere keren lezen motiveert.Door:
-verschillende doelen,
-verschillende werk-
vormen,
-te overleggen met elkaar,
-te zoeken naar bewijzen in de tekst,
-werkvormen toe te passen om de tekst te visualiseren
Bij iedere sessie een ander leesdoel centraal stellen en werkvormen afwisselen.
6
Gesprekken voeren over de tekst motiveert.Ideeën worden vergeleken en begrip wordt verdieptTekstgerichte vragen aanpassen op basis van de inschatting van het begrip van de leerlingen
7
Tekstgerichte vragen sturen de leerlingen weer terug naar de tekstHerlezen van de tekst of deel van de tekst waarin belangrijke info staat waardoor nieuwe inzichten of meer begrip ontstaan.Voorbeelden van vragen die ondersteunen bij het lezen:

Waar staat dat precies?
Lees die zin nog eens heel langzaam voor.
Wat betekent dat woordje “tenzij” nu precies?
Door welk woord kan je…. vervangen?
Wat bedoelt de schrijven nu precies omdat hij de zin begint met Eigenlijk…..
enz
8
Close reading is te vergelijken met het herhaald of opnieuw lezen van spelregels van een spel als er geen overeenstemming is.Precies en herhaald lezen om regels volgens het spel toe te passen.Helpen met interactie door vragen te stellen en niet in te vullen of een conclusie te trekken.Vragen aan de leerlingen om dit zelf te doen.
9
Al vanaf groep 1 met CR aan de slag.
Jonge lezers geven voorkeur aan informatieve teksten.
Verschillende leerdoelen leren kennen.
Bewust worden van de structuur van teksten.
Functie van de tekst achterhalen.
Bedoeling van de schrijver achterhalen.
Leesboeken voorlezen
Informatieve boeken zelf lezen of samen lezen ook bij jonge kinderen(plaatjes kijken en zelf het verhaal erbij verzinnen)
10
Blijvende aandacht voor leestechniek; ook in het VOOntwikkelen van analytische vaardighedenTot AVI 6 richt de lees techniek zich op de structuur van woorden,
CR richt de techniek op structuur van zinsdelen en zinnen en hun betekenis ten opzichte van het geheel of elkaar.
11
Leren lezen en lezen om te leren moeten gelijktijdig en continu plaatsvinden van groep 1 tot en met einde opleiding.Er is altijd een need to read!Creëer een need to read door aan te geven
-wat zo interessant lijkt,
-dat er een opmerkelijk standpunt in staat,
-past bij de actualiteit,
-nodig is om te weten, -onmisbare kennis bevat als je…
-nieuwsgierig te zijn naar hun mening over….
etc.
-iets is om te onthouden..
-ze iets moeten leren!!!
12
Aantekeningen maken, onderstrepen en of arceren van kerninformatieMindmap
Schema
Woordkast
Woordparaplu
Woordtrap
Onderstrepen, markeren en opmerkingen, sterretjes of strepen, uitroeptekens in de marges zetten.
Laat voorbeelden zien of model dit op het smartboard of active board.

Modellen is iets doen en zeggen wat je doet en waarom je het doet.
13
Makkelijk te koppelen aan Wereldoriëntatie, achtergrondteksten, weetteksten en onthouden van feiten of procedures.vb: tekst over de reis van de Batavieren waarin zij de Romeinen verslagen hebben.
Reis invullen op kaartje van Europa en korte beschrijving of tekeningetje maken.
Tekst uit: Lang geleden van Arend van Dam
Koppelen aan leerpsychologie over de kracht van vergeten en onthouden.
14
Zoeken naar naar duidelijke of meer impliciete meningen, denkbeelden en bewijzen in de tekst.De volgorde van informatie en de verhaallijn ontdekken.
Alles toepassen wat de grip op de tekst vergroot.
Schema’s maken
Samenvatting maken
Tekening maken
Vaste tekens in de tekst aanbrengen: 1,2,3 of ! of *of ||.
15
Leerlingen zijn zeer gemotiveerd.“ Dit is geen Begrijpend Lezen, dit is puzzelen. Dit is vet.”Ze vinden het ook erg leuk om een spiekbrief te maken bij een leertekst die ze mogen gebruiken.
16
Cognitieve last (moeilijkheidsgraad) van een tekst wordt bepaald door een aantal tekstkenmerken en lezerskenmerken.-Tekststructuur (verbanden tussen ideeën en concepten)
-Taalkenmerken (zinsstructuur, samengestelde zinnen)
-Betekenis van de tekst
-Bedoeling van de schrijver
- Aantal frequent/niet frequent voorkomende woorden.
- Kennis van de wereld
- Ervaringen
- Leeg werkgeheugen
- Bestaande schema’s over het onderwerp in het lange termijn geheugen.
Teksten kiezen die passen bij de leerlingen omdat ze om de een of andere reden adequaat zijn (zie boven need to read) dus wat is het doel?

Zorg dat het doel van de tekst (schrijver) na de eerste sessie ook duidelijk is of vertel het van te voren.

Zorg dat de tafels leeg zijn en alles is opgeruimd zodat het werkgeheugen 100% aan de slag kan.
Liefst aan het begin van de dag of begin van de middag (ook in verband met werkgeheugen)

Zorg dat kinderen met elkaar kunnen overleggen in tweetallen of kleine groepjes.

Loop rond tijdens het lezen en discussiëren over de tekst en geef feedback op hun denkprocessen.
17
Hardop LezenHardop leesstem in je hoofd gebruiken tijdens het lezen.
Hardop lezen zonder geluid, dus alleen mondbewegingen maken.
In een groepje hardop om de beurt lezen.
Herhaald hardop lezen als de zin niet vloeiend klinkt of niet helemaal begrepen wordt. Blijven herhalen tot de structuur duidelijk is.
Hardop radiolezen (nieuwslezer imitatie).
Gebruik autocue. Die kan je kopen of maak er zelf een met een deegrol.
Wissel deze vormen af of zoek met de groep naar een goed werkende manier tijdens de verschillende lees-sessies.

Een tekst met hoge cognitieve last maar wel heel erg adequaat kan je bij hoge uitzondering ook eerst zelf voorlezen. Maak gebruik van denk pauzes tijdens het voorlezen of herhaal zinnen indien nodig.
Ga verder niets over de tekst zeggen of woorden uitleggen!!!
Door de manier van voorlezen, intonatie, nadruk en stiltes horen de kinderen dat jij de tekst heel goed begrijpt en weet waar het om gaat in deze tekst!