A | B | C | D | E | F | G | H | I | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
1 | Om dit doelenboek te bewerken maak je een kopie naar je eigen drive. Lees in dit artikel meer over het maken van aanpassingen in dit doelenboek. | ||||||||
2 | Herkennen van hoeveelheden | Beheersing | Opmerking | ||||||
3 | a | Ik kan hoeveelheden tot en met 10 herkennen. | 1 | ||||||
4 | b | Ik kan hoeveelheden t.e.m. 10 kleuren. | K3, 1 | ||||||
5 | c | Ik kan de getallen van 1 tot en met 10 herkennen op het rekenrek. | 1 | ||||||
6 | d | Ik kan de getallen van 1 tot en met 10 herkennen op de kralenketting. | 1 | ||||||
7 | e | Ik kan gelijke en ongelijke delen van hoeveelheden tot en met 10 herkennen en aangeven wat de helft is. | 1 | ||||||
8 | f | Ik kan hoeveelheden tot en met 20 herkennen. | 1 | ||||||
9 | g | Ik kan 11 tot en met 20 voorwerpen kleuren en tekenen. | 1 | ||||||
10 | h | Ik kan de getallen van 1 tot en met 20 herkennen op het rekenrek. | 1 | ||||||
11 | i | Ik kan de getallen van 1 tot en met 20 herkennen op de kralenketting. | 1 | ||||||
12 | |||||||||
13 | Kennen van getallen | Beheersing | Opmerking | ||||||
14 | a | Ik kan de getallen tot en met 6 herkennen. | K2, K3, 1 | ||||||
15 | b | Ik ken de getallen tot en met 6. | K2, K3, 1 | ||||||
16 | c | Ik kan de getallen tot en met 10 herkennen. | 1 | ||||||
17 | d | Ik ken de getallen tot en met 10. | 1 | ||||||
18 | e | Ik kan de getallen van 11 tot en met 20 herkennen. | 1 | ||||||
19 | f | Ik ken de getallen van 11 tot en met 20. | 1 | ||||||
20 | g | Ik kan de getallen 1 tot en met 10 schrijven. | 1 | ||||||
21 | h | Ik kan de getallen 11 tot en met 20 schrijven. | 1 | ||||||
22 | |||||||||
23 | Kennen van de betekenis van getallen | Beheersing | Opmerking | ||||||
24 | a | Ik kan de rangorde met getallen tot en met 3 herkennen. | K2, K3, 1 | ||||||
25 | b | Ik kan de rangorde met getallen tot en met 6 herkennen. | 1 | ||||||
26 | c | Ik kan de rangorde met getallen tot en met 10 herkennen. | 1 | ||||||
27 | d | Ik kan aangeven of een getal tot en met 20 even of oneven is. | 1, 2 | ||||||
28 | f | Ik kan even en oneven getallen t.e.m. 100 van elkaar onderscheiden. | 1, 2 | ||||||
29 | |||||||||
30 | Tellen van hoeveelheden | Beheersing | Opmerking | ||||||
31 | a | Ik kan hoeveelheden tot en met 5 tellen en koppelen. | K2, K3, 1 | ||||||
32 | b | Ik kan hoeveelheden tot en met 6 tellen en koppelen. | 1 | ||||||
33 | c | Ik kan hoeveelheden tot en met 10 tellen en koppelen. | K2, K3, 1 | ||||||
34 | d | Ik kan tot en met 20 voorwerpen in groepjes van 2 tellen. | 1 | ||||||
35 | e | Ik kan tot en met 20 voorwerpen in groepjes van 5 tellen. | 1 | ||||||
36 | f | Ik kan tot en met 20 voorwerpen in groepjes van 10 tellen. | 1 | ||||||
37 | g | Ik kan tot en met 20 voorwerpen in groepjes tellen. | 1 | ||||||
38 | h | Ik kan herkennen welk getal tot en met 20 is geturfd. | 1 | ||||||
39 | i | Ik kan tot en met 20 voorwerpen tellen. | 1 | ||||||
40 | j | Ik kan tot en met 20 voorwerpen in groepjes verdelen en deze tellen. | 1 | ||||||
41 | k | Ik kan hoeveelheden tot en met 20 tellen en koppelen. | K3, 1 | ||||||
42 | |||||||||
43 | Vergelijken van hoeveelheden | Beheersing | Opmerking | ||||||
44 | a | Ik kan voorwerpen groeperen volgens 1 kenmerk. | K2, K3, 1 | ||||||
45 | b | Ik kan hoeveelheden tot en met 5 vergelijken. | K2, K3, 1 | ||||||
46 | c | Ik kan hoeveelheden tot en met 6 vergelijken. | 1 | ||||||
47 | d | Ik kan hoeveelheden tot en met 6 vergelijken en ordenen met de tekens =, < en >. | 1 | ||||||
48 | e | Ik kan hoeveelheden van 1 tot en met 6 in de juiste volgorde zetten. | 1 | ||||||
49 | f | Ik kan aangeven of er te veel of te weinig voorwerpen zijn (tot en met 10). | K3, 1 | ||||||
50 | g | Ik kan bij hoeveelheden van 1 tot en met 10 aangeven hoeveel meer of minder een andere hoeveelheid is. | 1 | ||||||
51 | h | Ik kan hoeveelheden tot en met 10 vergelijken. | K3, 1 | ||||||
52 | i | Ik kan hoeveelheden tot en met 10 vergelijken en ordenen met de tekens =, < en >. | 1 | ||||||
53 | j | Ik kan hoeveelheden van 1 tot en met 10 in de juiste volgorde zetten. | 1 | ||||||
54 | k | Ik kan aangeven of er te veel of te weinig voorwerpen zijn (tot en met 20). | 1 | ||||||
55 | l | Ik kan bij hoeveelheden tot en met 20 herkennen wat evenveel is. | 1 | ||||||
56 | m | Ik kan hoeveelheden van 11 tot en met 20 met elkaar vergelijken en in volgorde zetten. | 1 | ||||||
57 | n | Ik kan hoeveelheden tot en met 20 vergelijken en ordenen met de tekens =, < en >. | 1 | ||||||
58 | |||||||||
59 | Tellen t.e.m. 10 | Beheersing | Opmerking | ||||||
60 | a | Ik kan tellen tot en met 10. | K3, 1 | ||||||
61 | b | Ik kan terugtellen vanaf 10. | K3, 1 | ||||||
62 | c | Ik kan heen- en terugtellen tot en met 10. | K3, 1 | ||||||
63 | d | Ik kan heen-en terugtellen met sprongen t.e.m. 10. | 1 | ||||||
64 | e | Ik kan heen- en terugtellen met getalbeelden tot en met 10. | K3, 1 | ||||||
65 | |||||||||
66 | Tellen t.e.m. 20 | Beheersing | Opmerking | ||||||
67 | a | Ik kan de volgorde van de telrij tot en met 20 herkennen. | K3, 1 | ||||||
68 | b | Ik kan tellen tot en met 20. | K3, 1 | ||||||
69 | c | Ik kan terugtellen vanaf 20. | K3, 1 | ||||||
70 | d | Ik kan heen- en terugtellen tot en met 20. | K3, 1 | ||||||
71 | e | Ik kan heen-en terugtellen met sprongen t.e.m. 20. | 1 | ||||||
72 | |||||||||
73 | Splitsen van getallen | Beheersing | Opmerking | ||||||
74 | a | Ik kan eenvoudige splitsproblemen tot en met 6 oplossen. | K2, K3, 1 | ||||||
75 | b | Ik kan getallen tot en met 5 verdelen in 2 cijfers. | 1 | ||||||
76 | c | Ik kan hoeveelheden samenvoegen tot en met 6. | K3, 1 | ||||||
77 | d | Ik kan hoeveelheden tot en met 10 splitsen en aanvullen. | 1 | ||||||
78 | e | Ik kan het getal 10 splitsen en aanvullen. | 1 | ||||||
79 | f | Ik kan hoeveelheden tot en met 10 op verschillende manieren splitsen en kleuren. | 1 | ||||||
80 | g | Ik kan de getallen tot en met 10 splitsen en aanvullen. | 1 | ||||||
81 | h | Ik kan de getallen tot en met 10 splitsen in een splitstabel. | 1 | ||||||
82 | i | Ik kan getallen tot en met 10 samenstellen. | 1 | ||||||
83 | j | Ik kan het getal 20 splitsen en aanvullen. | 1, 2 | ||||||
84 | k | Ik kan de getallen t.e.m. 20 splitsen en aanvullen. | 1, 2 | ||||||
85 | l | Ik kan de getallen t.e.m. 20 splitsen in een splitstabel. | 1, 2 | ||||||
86 | m | Ik kan getallen t.e.m. 20 samenstellen. | 1, 2 | ||||||
87 | |||||||||
88 | Splitsen automatiseren | Beheersing | Opmerking | ||||||
89 | a | Ik ken de splitsingen van het getal 10 uit mijn hoofd en kan dit zo snel mogelijk. | 1, 2 | ||||||
90 | b | Ik ken de splitsingen van getallen t.e.m. 10 uit mijn hoofd en kan dit zo snel mogelijk. | 1, 2 | ||||||
91 | |||||||||
92 | Structureren van getallen | Beheersing | Opmerking | ||||||
93 | a | Ik kan getallen tot en met 20 structureren in tientallen en eenheden. | 1 | ||||||
94 | |||||||||
95 | Buurgetallen | Beheersing | Opmerking | ||||||
96 | a | Ik kan buurgetallen van getallen tot en met 6 herkennen. | K3, 1 | ||||||
97 | b | Ik kan de buurgetallen van getallen tot en met 10 bepalen. | K3, 1 | ||||||
98 | c | Ik kan de buurgetallen van getallen tot en met 20 bepalen. | 1 | ||||||
99 | |||||||||
100 | Getallenlijn | Beheersing | Opmerking |