ABCDEFGHIJ
1
2
Kennen van getallen Beheersing
Opmerking
3
lIk kan de getallen t.e.m. 10 000 herkennen en noteren in uitgesproken en geschreven vorm.
4
4
5
Kennismaken met getallen Beheersing
Opmerking
6
bIk kan de getallen net boven 1000 herkennen, vergelijken en plaatsen op de getallenlijn.
3, 4
7
8
Tellen t.e.m. 10.000 Beheersing
Opmerking
9
aIk kan heen- en terugtellen door de 1000 met sprongen van 1, 10 en 100 vanaf tien- en honderdvouden.
4
10
bIk kan heen- en terugtellen t.e.m. 10 000 vanaf ronde en willekeurige getallen.
4
11
cIk kan heen- en terugtellen t.e.m. 10 000 met sprongen vanaf ronde getallen.
4
12
dIk kan heen- en terugtellen t.e.m. 10 000 met sprongen vanaf willekeurige getallen.
4
13
14
Splitsen van getallen Beheersing
Opmerking
15
sIk kan duizendvouden (1000, 2000, 3000, ...) splitsen en aanvullen vanaf ronde en willekeurige getallen.
4
16
tIk kan het getal 10 000 splitsen en aanvullen.
4
17
18
Aanvullen en samenvoegen van getallen Beheersing
Opmerking
19
cIk kan de getallen tot en met 10.000 aanvullen en samenvoegen.
4
20
21
Structureren van getallen Beheersing
Opmerking
22
eIk kan de getallen t.e.m. 10 000 structureren in duizendtallen, honderdtallen, tientallen en eenheden.
4
23
24
Getallenlijn Beheersing
Opmerking
25
mIk kan getallen t.e.m. 10 000 plaatsen op de getallenlijn.
4
26
nIk kan getallen t.e.m. 10 000 globaal plaatsen op de getallenlijn.
4
27
28
Getallenrij koppelen aan getallenlijn Beheersing
Opmerking
29
eIk kan de getallenrij tot en met 10.000 aan de getallenlijn koppelen.
4
30
31
Vergelijken van getallen Beheersing
Opmerking
32
gIk kan getallen t.e.m. 10 000 vergelijken en op volgorde zetten.
4
33
34
Afronden van getallen Beheersing
Opmerking
35
cIk kan getallen t.e.m. 10 000 afronden op tienvouden of honderdvouden of duizendvouden.
4
36
37
Kennismaken met kommagetallen Beheersing
Opmerking
38
aIk kan aangeven wat een kommagetal is en waar je dit voor gebruikt (kennismaken).
4
39
bIk kan kommagetallen met 1 decimaal herkennen en noteren.
4
40
cIk kan kommagetallen met 2 decimalen herkennen en noteren.
4
41
dIk kan kommagetallen met 1 of 2 decimalen herkennen en noteren.
4
42
43
Tellen met komma Beheersing
Opmerking
44
aIk kan kommagetallen met 1 decimaal structureren.
4
45
bIk kan tellen met sprongen van 0,01, 0,02 en 0,05 met kommagetallen met tienden.
4
46
cIk kan heen- en terugtellen met kommagetallen met 1 of 2 decimalen.
4
47
48
Structureren met komma Beheersing
Opmerking
49
aIk kan kommagetallen met 1 decimaal structureren.
4
50
bIk kan kommagetallen met 2 decimalen structureren.
4
51
cIk kan kommagetallen met 1 of 2 decimalen structureren in tientallen, eenheden, tienden en honderdsten.
4
52
53
Getallenlijn met komma Beheersing
Opmerking
54
cIk kan kommagetallen met 1 of 2 decimalen plaatsen op de getallenlijn.
4
55
dIk kan kommagetallen (t) en breuken op de getallenlijn plaatsen.
4
56
57
Vergelijken met komma Beheersing
Opmerking
58
aIk kan kommagetallen met tienden vergelijken en ordenen.
4
59
cIk kan kommagetallen met een zelfde aantal decimalen (1 of 2) vergelijken en ordenen.
4
60
dIk kan kommagetallen met een verschillend aantal decimalen (1 en 2) vergelijken en ordenen.
4
61
62
Buurgetallen met komma Beheersing
Opmerking
63
aIk kan de buurgetallen van kommagetallen met t bepalen.
4
64
bIk kan de buurgetallen van kommagetallen met h bepalen.
4
65
66
Afronden met komma Beheersing
Opmerking
67
aIk kan kommagetallen afronden op hele getallen.
4
68
bIk kan kommagetallen afronden op tienden.
4
69
70
Delers en veelvouden Beheersing
Opmerking
71
jIk kan bepalen of een getal deelbaar is door 8, 11 of 25.
4, 5
72
73
Optellingen t.e.m. 10.000 Beheersing
Opmerking
74
aIk kan optellen door de 1000 t.e.m. 10 000.
4
75
bIk kan optellen t.e.m. 10 000 via de nulregel.
4
76
cIk kan optellen t.e.m. 10 000 met eenvoudige getallen.
4
77
dIk kan optellen t.e.m. 10 000 zonder brug.
4
78
eIk kan optellen t.e.m. 10 000 tot een duizendvoud.
4
79
fIk kan optellen t.e.m. 10 000 met brug.
4
80
gIk kan meerdere willekeurige getallen optellen t.e.m. 10 000.
4
81
82
Optellingen schatten Beheersing
Opmerking
83
cIk kan schattend optellen t.e.m. 10 000.
4
84
dIk kan schattend optellen t.e.m. 100 000.
4, 5
85
86
Optellingen met komma Beheersing
Opmerking
87
aIk kan optellen t.e.m. 10 zonder inwisselen (Et + E).
4, 5
88
bIk kan optellen t.e.m. 10 zonder inwisselen (Et + t).
4, 5
89
cIk kan optellen t.e.m. 10 zonder inwisselen (Et + Et).
4, 5
90
dIk kan optellen t.e.m. 10 met inwisselen via splitsen (Et + t).
4, 5
91
eIk kan optellen t.e.m. 10 met inwisselen via splitsen (Et + Et).
4, 5
92
fIk kan optellen t.e.m. 10 met inwisselen via compenseren (Et + Et).
4, 5
93
gIk kan optellen t.e.m. 10 met inwisselen via transformeren (Et + Et).
4, 5
94
hIk kan optellen t.e.m. 10 zonder inwisselen (Eth + E).
4, 5
95
iIk kan optellen t.e.m. 10 zonder inwisselen (Eth + t).
4, 5
96
jIk kan optellen t.e.m. 10 zonder inwisselen (Eth + h).
4, 5
97
kIk kan optellen t.e.m. 10 zonder inwisselen via splitsen (Eth + Eth).
4, 5
98
lIk kan optellen t.e.m. 10 met inwisselen van h via splitsen (Eth + Eth).
4, 5
99
mIk kan optellen t.e.m. 10 met inwisselen van t via splitsen (Eth + Eth).
4, 5
100
nIk kan optellen t.e.m. 10 met inwisselen van t en h via splitsen (Eth + Eth).
4, 5