ABCDEFGHIJ
1
Om dit doelenboek te bewerken maak je een kopie naar je eigen drive.
Lees in dit artikel meer over het maken van aanpassingen in dit doelenboek.
2
Woorddelen Beheersing
Opmerking
3
cIk weet wat de afbreekregels zijn en hoe ik die kan toepassen.
7,8
4
5
Spel- en taalfouten Beheersing
Opmerking
6
aIk kan veelvoorkomende spelfouten herkennen en verbeteren.
7,8
7
bIk kan veelvoorkomende taalfouten in een zin herkennen en verbeteren.
7,8
8
9
~heid & ~teit Beheersing
Opmerking
10
bIk kan woorden met ~teit zoals ‘kwaliteit’ spellen.
7,8
11
12
~iaal & ~ieel & ~eaal & ~ueel Beheersing
Opmerking
13
aIk kan woorden met ~iaal, ~ieel, ~eaal en ~ueel zoals ‘liniaal’ , ‘officieel’, ‘ideaal’ en ‘ritueel’ spellen.
7,8
14
15
Open & gesloten klankgroepen Beheersing
Opmerking
16
kIk kan de uitdagendste woorden met een open en gesloten klankgroep van elkaar onderscheiden en spellen.
7,8
17
18
Meervouden Beheersing
Opmerking
19
dIk kan meervouden met ~heden zoals ‘hoeveelheid’ ▸ ‘hoeveelheden’ spellen.
7,8
20
eIk kan meervouden met ~a of ~i zoals ‘datum’ ▸ ‘data’ spellen.
7,8
21
fIk kan meervouden van woorden met met ~e~ of ~i~ zonder klemtoon zoals ‘perzik’ ▸ ‘perziken’ spellen.
7,8
22
23
Verkleinwoorden Beheersing
Opmerking
24
hIk kan verkleinwoorden met alle diverse uitgangen spellen.
6,7,8
25
26
Samenstellingen Beheersing
Opmerking
27
dIk kan samenstellingen met tussenletter ~n~ zoals ‘schroef’ + ‘draaier’ ▸ ‘schroevendraaier’ spellen.
7,8
28
eIk kan samenstellingen met koppelteken zoals ‘zee’ + ‘egel’ ▸ ‘zee–egel’ spellen.
7,8
29
fIk kan samenstellingen met tussenklank ~s~ zoals ‘schilder’ + ‘ezel’ ▸ ‘schildersezel’ spellen.
8
30
31
Bijvoeglijk naamwoorden Beheersing
Opmerking
32
bIk kan een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord vormen zoals ‘hout’ ▸ ‘houten’.
7,8
33
cIk kan een bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord vormen zoals ‘gemaaid’ ▸ ‘gemaaide’.
7,8
34
dIk kan bijvoeglijk gebruikte aardrijkskundige namen vormen zoals ‘Twente’ ▸ ‘Twents’.
8
35
36
Woorden met trema Beheersing
Opmerking
37
aIk kan woorden met een trema zoals ‘mozaïek’ spellen.
7,8
38
bIk kan werkwoorden met een trema zoals ‘kopiëren’ spellen.
7,8
39
40
Klanken anders geschreven dan gesproken Beheersing
Opmerking
41
bIk kan uitdagende woorden met een ~i~ die klinkt als /ie/ zoals ‘kapitein’ spellen.
7,8
42
gIk kan woorden met ~th~ die klinkt als /t/ zoals ‘thee’ spellen.
7,8
43
hIk kan woorden met ~g~ die klinkt als /zj/ zoals ‘horloge’ spellen.
7,8
44
iIk kan woorden met ~ch~ die klinkt als /sj/ zoals ‘machine’ spellen.
7,8
45
jIk kan woorden met ~ch~ die klinkt als /sj/ zoals ‘machine’ spellen.
7,8
46
kIk kan woorden met wr~ die klinkt als /vr/ zoals ‘wrap’ spellen.
7,8
47
48
~y~, ~q~ en ~x~ Beheersing
Opmerking
49
aIk kan woorden met ~y~ zoals ‘dynamo’ spellen.
7,8
50
bIk kan woorden met ~q~ zoals ‘aquarium’ spellen.
7,8
51
cIk kan woorden met ~x~ zoals ‘mixer’ spellen.
7,8
52
53
Leenwoorden Beheersing
Opmerking
54
aIk kan Franse leenwoorden zoals ‘cadeau’ spellen.
7,8
55
bIk kan Engelse leenwoorden zoals ‘game’ spellen.
7,8
56
cIk kan Franse leenwoorden met ~é die klinkt als /ee/ zoals ‘saté’ spellen.
7,8
57
dIk kan Franse leenwoorden met ~air die klinkt als /èr/ zoals ‘sanitair’ spellen.
7,8
58
eIk kan Latijnse voorvoegsels zoals ‘ab’, ‘ad’, ‘con’, ‘sub’, ‘ex’ en ‘ob’ spellen.
8
59
60
Afkortingen Beheersing
Opmerking
61
bIk kan afkortingen van woorden zoals ‘EHBO’ en afleidingen ervan spellen.
7,8
62
cIk kan overige woorden met apostrof zoals ‘’s-Hertogenbosch’ spellen.
7,8
63
64
Verleden tijd Beheersing
Opmerking
65
aIk kan de persoonsvormen van zwakke werkwoorden zonder stam op d, t, v of z in de verleden tijd spellen.
7,8
66
bIk kan de persoonsvormen van zwakke werkwoorden met stam op v of z in de verleden tijd spellen.
7,8
67
cIk kan de persoonsvormen van zwakke werkwoorden met stam op t in de verleden tijd spellen.
7,8
68
dIk kan de persoonsvormen van zwakke werkwoorden met stam op d in de verleden tijd spellen.
7,8
69
eIk kan de persoonsvormen van zwakke werkwoorden met stam op d of t in de verleden tijd spellen.
7,8
70
fIk kan de persoonsvormen van sterke werkwoorden zonder stam op d, t, v of z in de verleden tijd spellen.
7,8
71
gIk kan de persoonsvormen van sterke werkwoorden met stam op d, t, v of z in de verleden tijd spellen.
7,8
72
73
Voltooid deelwoord Beheersing
Opmerking
74
aIk kan de het voltooid deelwoord van zwakke werkwoorden spellen.
7,8
75
bIk kan de persoonsvormen van zwakke en sterke werkwoorden zonder stam op d, t, v of z spellen.
7,8
76
cIk kan de persoonsvormen van zwakke en sterke werkwoorden met stam op d of t spellen.
7,8
77
dIk kan de persoonsvormen van zwakke en sterke werkwoorden met stam op v of z spellen.
7,8
78
79
Onregelmatige werkwoorden Beheersing
Opmerking
80
aIk kan het enkelvoud en meervoud van persoonsvormen van onregelmatige werkwoorden (zijn, hebben, kunnen, mogen, willen en zullen) in de tegenwoordige tijd spellen.
6,7,8
81
bIk kan het enkelvoud en meervoud van persoonsvormen van onregelmatige werkwoorden (zijn, hebben, kunnen, mogen, willen en zullen) in de tegenwoordige en verleden tijd spellen.
7,8
82
83
Tegenwoordige en verleden tijd Beheersing
Opmerking
84
aIk kan de persoonsvormen van eenvoudige werkwoorden (zonder stam op d, t, v of z) in de tegenwoordige en verleden tijd van elkaar onderscheiden en spellen.
7,8
85
bIk kan de persoonsvormen van uitdagende werkwoorden (met stam op d, t, v of z) in de tegenwoordige en verleden tijd van elkaar onderscheiden en spellen.
7,8
86
87
Dubbelvormen Beheersing
Opmerking
88
aIk kan gelijkklinkende werkwoorden in het voltooid deelwoord en tegenwoordige tijd zoals ‘verhuisd/verhuist’ van elkaar onsderscheiden en spellen.
7,8
89
bIk kan gelijkklinkende woorden (bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord en verleden tijd) zoals ‘verklede/ verkleedde’ van elkaar onsderscheiden en spellen.
7,8
90
91
Overige werkwoorden Beheersing
Opmerking
92
aIk kan het tegenwoordig deelwoord ofwel het onvoltooid deelwoord van werkwoorden spellen.
7,8
93
bIk kan de gebiedende wijs van werkwoorden spellen.
7,8
94
cIk kan de tegenwoordige tijd, verleden tijd en voltooide tijd van Engelse werkwoorden spellen.
7,8
95
dIk kan het hele werkwoord ofwel de infinitief van werkwoorden die niet de persoonsvorm zijn spellen.
6,7,8
96
eIk kan scheidbare en onscheidbare samengestelde werkwoorden spellen.
7,8
97
fIk kan (werk)woorden met d, dd, dt, tt of t op de juiste wijze spellen.
7,8
98
gIk kan gelijkende werkwoorden met verschillende vervoegingen zoals ‘overkomen: kom over/overkom’ spellen.
8
99
100
Hoofdletters Beheersing
Opmerking