"Ik kan specifieke informatie begrijpen in eenvoudige teksten” (bijv. hoeveel voer een dier moet hebben, wanneer je iets moet snoeien, hoe je veilig bij bloemsierkunst werkt). *
Ik moet teveel woorden opzoeken om de informatie te kunnen begrijpen die ik zoek.
Als ik woorden opzoek in een (online)woordenboek, begrijp ik goed wat ik wil weten