0=nooit
1=soms
2=vaak
3=altijd
Belonen en complimenten geven waar dat maar enigszins op zijn plaats is
Niet altijd belonen (dan wordt het een gewoonte en verliest het zijn effect)
Voortgang volgen, problemen onmiddelijk oppakken en tackelen wanneer ze zich voordoen
Gemaakte fouten helder, met de direct betrokkene, benoemen
Liefst niet en anders mild straffen (wie goed wil presteren, weet dat hij een fout heeft gemaakt en heeft zijn straf al gehad)
Vertrouwen geven (dus zo minimaal mogelijk controleren)
Verantwoordelijkheden met elkaar bespreken en geven aan medewerkers