Rechtvaardigheid en waarheid voor Mawda
Op 23 november begint het proces tegen de politieagent en twee vermeende "mensensmokkelaars" voor de moord op Mawda voor de strafrechtbank van Mons.
We vroegen dat zulke zware feiten voor Assisen zouden worden voorgelegd; de feiten zijn voor de correctionele rechter gedaagd. Als we een proces door een jury blijven eisen, door de feiten te omschrijven als "moord", dan is dat evenzeer om te zorgen voor een brede behandeling van deze zaak in de directe aanwezigheid van getuigen (die vragen van de rechters, juryleden en advocaten van de partijen zouden moeten beantwoorden) als om de politieke verantwoordelijkheden te onderzoeken die de dood mogelijk hebben gemaakt, alsook de pogingen van de politie om deze te verbergen en de leugens van het parket gedurende het hele onderzoek.
De moord op Mawda, in de nacht van donderdag 17 op vrijdag 18 mei 2018, na een schietpartij door de politie, vond plaats in het kader van de Medusa-operaties voor het opsporen van migranten, die op hun beurt deel uitmaken van een racistisch beleid van gesloten grenzen, zowel op Belgisch als op Europees niveau.
Het enkel in beschuldiging stellen van de politieagent of, erger nog, het richten van de aandacht op de "smokkelaars" alleen zijn middelen om te vermijden dat de politieke verantwoordelijkheden zouden worden blootgelegd van degenen die de jacht op migranten organiseren.
Terwijl de gewapende politiearm zijn plaats heeft op de beklaagdenbank, verbergt zijn aanwezigheid die van de organisatoren van deze operaties. De aanstichters van deze operaties verschijnen niet op de beklaagdenbank, noch de ministers die ze in stand houden of in de doofpot stoppen (regering Michel, regering De Croo).
Bovendien is de verantwoordelijkheid van politie en justitie in het geding. In de eerste plaats gaat het om interventietechnieken, vormen van ontmenselijking van migranten met een racistisch karakter. Wapens afvuren zonder in staat van zelfverdediging te verkeren is onaanvaardbaar. Dit is geen "gebrek aan vooruitziendheid", het is een misdrijf.
Het gaat vervolgens om het spuien van de vele leugens die de politiemensen zich veroorloven. Vlak na de feiten (lees het onderzoek van Michel Bouffioux) worden de versies op elkaar afgesteld. Vanaf de eerste minuten na de moord wordt een samenspanning van ambtenaren gevormd; het Openbaar Ministerie wordt niet opgeroepen en er wordt geen justitiële uitsluitingszone ingesteld; de schutter wordt uitgenodigd naar huis terug te keren zonder dat hij aan een gedetailleerd verhoor is onderworpen dat in een rapport is vastgelegd. Hij wordt eenvoudigweg door zijn commissaris geïnformeerd dat hij niet vervolgd zal worden en dat hij naar huis kan terugkeren. Er wordt hem ook aangeraden een rapport te schrijven voor "gewapende opstand" tegen hem. De dag na de begrafenis komen de politiemensen die op de dag van de moord aanwezig waren (met uitzondering van de schutter) bijeen om hun versies te laten overeenkomen.
Van de hypothese van een craniale bloeduitstorting door een botsing van het busje, over de afschuwelijke versie van het "kind als stormram" en vervolgens de "plotse zwenking", tot het "vuurgevecht", zijn de versies van de politie en het Parket elkaar opgevolgd, met als gevolg dat er onderzoek wordt gedaan ter verdediging van de politie en dat de strafrechter elementen krijgt om dit politiemisdrijf wit te wassen. Het gaat er ook om dat het Parket haastig alle opeenvolgende versies van het politierelaas valideert, tot die van het "busje als wapen", zonder op enig moment de leugens, het onderlinge overleg van de politieagenten, de obstructies van het gerecht, de pogingen tot omkoping van getuigen, die toch ernstige misdrijven vormen, te vervolgen. Dit zijn voor de hand liggende samenspanning van ambtenaren, niet alleen tussen politieagenten, maar die door de houding van het Parket ook officieren van justitie en magistraten mee betrekken.
Van Semira Adamu tot Jozef Chovanec: een misdadig beleid
De Mawda-zaak is ook een zaak van institutioneel politiegeweld. Het verwijst naar alles wat de politie kan doen met levens die als buitenlands bestempeld zijn (Adil, Mehdi voor wie de Raadskamer de zaak heeft geseponeerd, Lamine Bangoura verstikt door 8 politieagenten die in eerste instantie werden geseponeerd, etc.): gebruikte technieken, prioritaire operaties, verdwijning van beelden en bewijsmateriaal waarbij de politie betrokken is, verknipte instructies, samenspanning van ambtenaren, etc.
Maak een einde aan racistisch staatsgeweld!
Rondom dit proces komt het er dus op aan om :
- De ontmanteling te eisen van de Medusa-operaties en de "klopjachten" als prioritaire maatregel om veilige migratieroutes stop te zetten.
- Door middel van een parlementaire ad-hoc onderzoekscommissie te eisen - wat de voltallige politieke partijen volharden om net niet te doen - dat de politieke verantwoordelijkheden bij de dood van de kleine Mawda worden onthuld.
- Het racistische en moorddadige beleid aan de grenzen van de EU en België afschaffen door de ontmanteling van Frontex en door een grondige hervorming van het Europese migratiebeleid (met name door de afschaffing van het getransformeerde Dublin-kader, dat de uitzettingen alleen maar zal versterken).
- Een nieuwe migratiewet opstellen in het licht van de klimaatuitdagingen en de postkoloniale structurele ongelijkheden, dat het vrije verkeer en de vrije vestiging waarborgt.
- De ontmanteling van politiegeweld in al haar vormen afdwingen met alle noodzakelijke technische en politieke middelen.
- Een einde te maken aan de straffeloosheid van politiemisdrijven.
- Het regulariseren van migranten zonder papieren die in België verblijven, als maatregel om zowel toegang tot gezondheidszorg, werk, sociale zekerheid, huisvestingsrechten, enz. te verzekeren, maar ook als maatregel voor postkoloniale herstelling in het kader van de Waarheids- en Verzoeningscommissie.