Test-Quiz hoofdstuk 6 Seneca VWO

JavaScript isn't enabled in your browser, so this file can't be opened. Enable and reload.

Parlementaire democratie

1. Wat is een parlementaire democratie? *

1 point

Bij verkiezingen kiest het volk de volksvertegenwoordiging.

Bij verkiezingen kiest de regering de volksvertegenwoordiging.

Bij verkiezingen kiest het volk een president en een volksvertegenwoordiging.

Bij verkiezingen kiest het volk via referenda wat er wordt besloten bij maatschappelijke problemen.

2. Wanneer is een mens ‘edel’ volgens Confucius? *

1 point

Wanneer zij edel of ‘blauw’ bloed hebben.

Wanneer zij moreel (het meest) hoogstaand zijn.

Wanneer hun geest verlichting bereikt.

Wanneer zij zich niet schuldig maken aan de dood van mens en dier.

3. Hoe verschilt het daoïsme van het confucianisme? *

1 point

Alleen het daoïsme heeft het over 'de Weg' (Dao) en het confucianisme niet.

Het daoïsme komt uit China terwijl het confucianisme uit Korea komt

Het confucianisme gaat uit van spontane orde, terwijl het daoïsme opgelegde orde predikt.

In het daoïsme legt een ideale bestuurder legt zo min mogelijk regels op.

4. Welke stelling is waar? *

1 point

In een presidentiële democratie beslist één leider, namelijk de president.

In een basisdemocratie mag uiteraard iedereen beslissen wie er mag beslissen.

De belangrijkste waarde van een dictatuur is daadkracht.

Geen van alle stellingen is waar.

5. Wie wordt beschouwd als de grondlegger van de Nederlandse parlementaire democratie? *

1 point

Erasmus

Den Uyl

Thorbecke

Willem van Oranje

6. Montesquieu ontwikkelde in de 18e eeuw de Trias Politica, welke van de volgende stellingen is waar? *

1 point

De wetgevende macht is het kabinet, de uitvoerende macht de rechters en de 3e macht het parlement.

De wetgevende macht is het parlement, de uitvoerende macht de rechters en de 3e macht het kabinet.

De wetgevende macht is het parlement, de uitvoerende macht het kabinet en de 3e macht de rechters.

Montesquieu ging helemaal niet uit van drie machten, hij ging uit van zes machten.

7. Welke Nederlandse politieke partij zou zich beter in het Zwitserse politieke stelsel kunnen vinden? *

1 point

De Partij voor de Dieren.

Het CDA.

Beide.

Geen van beide.

8. Welke processen hebben geleid tot minder volgzame en meer kritische burgers? *

1 point

De opkomst van het populisme.

Het feit dat kiezers meer zweven.

De processen van individualisering en ontzuiling.

Dat politieke partijen sneller stemmen kunnen winnen maar ook kunnen kwijt raken.

Hieronder staan enkele krantenkoppen. Met welke begrip heeft dit te maken? Plaats het juiste begrip bij de juiste krantenkop. *

5 points

Doe-democratie

Democratisering

Ministeriële verantwoordelijkheid

Poldermodel

Regeerakkoord

'Ambtenaren maakten grote fouten. Minister moet aftreden.'

'GroenLinks wil de leeftijd voor het actief kiesrecht naar 16 jaar verlagen'

'Vakbonden en werkgeversorganisaties overleggen met minister over meer geld voor het onderwijs'

'VVD, CDA, D66 en CU maken afspraken over nieuw beleid'

'In Harderwijk praten burgers al jaren mee over het beleid en mogen zelfs geld besteden aan projecten in de gemeente'

Doe-democratie

Democratisering

Ministeriële verantwoordelijkheid

Poldermodel

Regeerakkoord

'Ambtenaren maakten grote fouten. Minister moet aftreden.'

'GroenLinks wil de leeftijd voor het actief kiesrecht naar 16 jaar verlagen'

'Vakbonden en werkgeversorganisaties overleggen met minister over meer geld voor het onderwijs'

'VVD, CDA, D66 en CU maken afspraken over nieuw beleid'

'In Harderwijk praten burgers al jaren mee over het beleid en mogen zelfs geld besteden aan projecten in de gemeente'

Over welke functie van de massamedia voor de democratie gaat het in het volgende voorbeeld: 'Economen maken zich zorgen om de gevolgen van het regeringsbeleid om Corona te bestrijden'

1 point

Waakhondfunctie

Informatiefunctie

Spreekbuisfunctie

Agendafunctie

Commentaarfunctie

Clear selection

Submit

Clear form

Forms

This content is neither created nor endorsed by Google.