Handleiding
Afname toetsen in het basisonderwijs
Hoofdstuk 1: Het doel en de functie van toetsen 5
Hoofdstuk 2: De soorten toetsen in het basisonderwijs 6
2.3 Gestandaardiseerde LVS-toetsen 6
Hoofdstuk 3: Toetspraktijk in groep 1 en 2 7
Hoofdstuk 4: Toetsing in groep 3 – de brug naar gestructureerd leren 8
Hoofdstuk 5: Toetsing in groep 4 – verdieping en structuur 9
5.1 Belangrijke toetsdomeinen in groep 4 9
5.2 Voorbeeldgrafiek: Groei in technisch lezen (AVI) 9
5.3 Analyseren van toetsresultaten 9
5.4 Koppeling aan instructie en differentiatie 9
Hoofdstuk 6: Toetsing in groep 5 – consolidatie en verfijning 11
6.1 Belangrijke toetsdomeinen in groep 5 11
6.2 Visualisatie: Rekenontwikkeling per leerjaar 11
6.3 Verwerking in groepsplannen 11
6.4 Begrijpend lezen: meer dan een toets 11
6.5 Oudercommunicatie en leerlingbetrokkenheid 12
Hoofdstuk 7: Toetsing in groep 6 – overgang naar de bovenbouw 13
7.1 Toetsdomeinen in groep 6 13
7.2 Visualisatie: Groei in begrijpend lezen 13
7.3 Groepsbespreking en groepsplan 13
Hoofdstuk 8: Toetsing in groep 7 – oriëntatie op eindniveau 14
8.2 Visualisatie: Prognose eindniveau 14
Hoofdstuk 9: Toetsing in groep 8 – schooladvies en eindtoets 15
9.1 Centrale Eindtoets en alternatieven 15
9.2 Grafiek: Eindtoetsresultaten voorgaande jaren 15
9.3 Schooladvies en heroverweging 15
Hoofdstuk 10: Toetsanalyse – Van data naar doen 16
10.1 Analyse op leerlingniveau 16
10.2 Groepsanalyse: Patronen en afwijkingen 16
Hoofdstuk 11: Differentiatie op basis van toetsresultaten 17
11.1 Drieslag in differentiatie 17
11.2 Toetsen als startpunt voor groepsplannen 17
Hoofdstuk 12: Kwaliteitszorg en evaluatie 18
12.1 Cyclisch kwaliteitsbeleid 18
12.2 Schoolbrede toetsanalyse 18
12.3 Externe verantwoording 18
Toetsen vormen een essentieel onderdeel van het onderwijsproces in het Nederlandse basisonderwijs. Ze bieden leerkrachten inzicht in de cognitieve en sociaal-emotionele ontwikkeling van leerlingen, maken de voortgang zichtbaar en ondersteunen bij het vormgeven van passend onderwijs. In deze uitgebreide handleiding beschrijven we in detail hoe toetsing functioneert van groep 1 tot en met groep 8. Daarbij wordt niet alleen ingegaan op de verschillende toetstypen, maar ook op hun didactische en pedagogische waarde, de wijze van afname, de interpretatie van resultaten en de rol van toetsing binnen het schoolbeleid.
Deze handleiding bevat tevens vele links naar concrete documenten, formats, overzichten, evaluatieformulieren, presentaties en schema's die gebruikt kunnen worden binnen de praktijk. Voorbeelden hiervan zijn het observatieformulier voor kleuters en de kalender voor groep 3-5. Elk onderdeel is dus niet alleen theoretisch onderbouwd, maar direct toepasbaar binnen de schoolpraktijk.
Toetsen zijn meer dan meetinstrumenten. In essentie zijn ze gericht op het verbeteren van het onderwijs. Door middel van toetsing krijgen leerkrachten en andere onderwijsprofessionals een beeld van waar een leerling staat in zijn of haar ontwikkeling. Dit beeld is noodzakelijk om het onderwijs goed af te stemmen op de behoeften van iedere leerling. We maken een onderscheid tussen formatieve en summatieve toetsing. Formatieve toetsing is gericht op leren: het geeft inzicht in het leerproces van de leerling en helpt de leerkracht om het lesaanbod aan te passen. Summatieve toetsing is gericht op beoordeling: het geeft aan of de leerling bepaalde doelen heeft behaald.
Daarnaast wordt toetsing ingezet voor:
Voor een overzicht van toetsinstrumenten en hun functies is het raadzaam om het volledige toetsinstrumentendocument te raadplegen. Hierin wordt helder uitgelegd welke toets welk doel dient, en hoe deze strategisch in het schooljaar gepositioneerd wordt.
Binnen het basisonderwijs onderscheiden we diverse soorten toetsen. Elke toetssoort heeft zijn eigen functie, inhoudelijke insteek en afnamemomenten. In deze paragraaf worden de belangrijkste toetstypen besproken:
Observaties spelen vooral in de onderbouw (groep 1 en 2) een centrale rol. Leerkrachten observeren tijdens het spel en de opdrachten of kinderen zich ontwikkelen volgens de verwachte lijnen. Een bekend systeem dat hierbij wordt ingezet is het OntwikkelingsVolgModel (OVM). Je vindt een volledig voorbeeld van een observatieformulier voor OVM hier. Een ander veelgebruikt observatiesysteem is KIJK!, dat gebruik maakt van ontwikkellijnen.
Elke lesmethode beschikt over zijn eigen evaluatiemomenten. Deze methodegebonden toetsen sluiten aan bij de behandelde stof en zijn bedoeld om na te gaan of de leerstof beheerst wordt. Voorbeelden hiervan zijn de spellingtoetsen van "Taal Actief" of de rekentoetsen van "Pluspunt". Deze toetsen zijn uitstekend geschikt om formatief in te zetten: ze bieden zicht op korte termijn en kunnen direct gevolgd worden door herhaling, verrijking of verlenging van het aanbod.
Het leerlingvolgsysteem (LVS) bestaat uit landelijk genormeerde toetsen die meerdere keren per jaar worden afgenomen. Het doel van deze toetsen is het meten van de vaardigheidsgroei van leerlingen op langere termijn. De bekendste aanbieders zijn Cito Leerling in Beeld, IEP, Dia en Boom. Voor elk domein bestaan meerdere toetsmomenten. Zo worden bijvoorbeeld bij Cito de toetsen voor rekenen tweemaal per jaar afgenomen: in januari (M-toetsen) en juni (E-toetsen).
De kalender voor groep 6 t/m 8 geeft een duidelijk overzicht van de afnamemomenten en koppelt deze aan de leergebieden. Het is belangrijk om een goede balans te vinden tussen toetsbelasting en opbrengst. In de bijlagen van deze handleiding vind je een infographic over toetsplanning.
De onderbouw vormt de basis voor het verdere leren. In groep 1 en 2 ligt de nadruk op spelend leren en brede ontwikkeling. Cognitieve ontwikkeling, sociaal-emotionele groei, motoriek en taalontwikkeling lopen door elkaar heen. Toetsing vindt hier vooral plaats via observatie, gesprekken en portfolio's.
Leerkrachten gebruiken doorgaans observatie-instrumenten zoals KIJK!, het OVM of zelf ontwikkelde formats. In deze fase is het belangrijk dat toetsing niet als 'meten om het meten' wordt ingezet, maar altijd gekoppeld is aan handelingsgericht observeren.
Een handig hulpmiddel hierbij is het observatie-instrument voor de sociaal-emotionele ontwikkeling. Dit document biedt concrete indicatoren en observatiepunten waarmee de leerkracht structureel en doelgericht kan kijken naar bijvoorbeeld taakgerichtheid, samenwerking en zelfregulatie.
De resultaten van observaties worden vastgelegd in leerlingdossiers. Dit kan digitaal via een volgsysteem of op papier. De PowerPointpresentatie over ontwikkeling in de kleuterklas ondersteunt teams bij het implementeren van deze observatiestructuur binnen hun schoolbeleid.
In groep 3 vindt een belangrijke overgang plaats: leerlingen maken de overstap van het spelend leren naar formeel onderwijs. Ze leren lezen, schrijven en rekenen op een systematische manier. Toetsing krijgt hier een meer formeel karakter, hoewel observatie nog steeds belangrijk blijft.
Leerkrachten maken veel gebruik van methodegebonden toetsen om te bepalen of de leerstof van bijvoorbeeld Veilig Leren Lezen of Pluspunt wordt beheerst. Daarnaast wordt voor het eerst structureel gestart met LVS-toetsen. De toetskalender voor groep 3-5 laat precies zien op welke momenten deze toetsen gepland staan.
De leerkracht gebruikt toetsresultaten om instructiegroepen samen te stellen. Voor een overzicht van hoe toetsresultaten vertaald kunnen worden naar groepsplannen is er dit document met een stroomschema voor analyses.
In het volgende hoofdstuk bespreken we groep 4 t/m 8, waarbij we ook grafieken, tabellen en visuele weergaven gaan gebruiken van toetsresultaten per domein.
In groep 4 bouwen leerlingen verder op de basis die in groep 3 is gelegd. Ze verdiepen hun kennis in technisch lezen, rekenen en spelling, en er ontstaat een duidelijke structuur in het leerproces. Toetsen worden steeds meer ingezet om leerdoelen te monitoren en onderwijs op maat te bieden. De leerkracht speelt hierin een cruciale rol door toetsresultaten te analyseren en te vertalen naar effectieve instructie.
De focus ligt op de volgende domeinen:
Deze domeinen worden zowel via methodegebonden toetsen als via gestandaardiseerde LVS-toetsen gevolgd. Een toetskalender met afnamemomenten is essentieel om overzicht te houden over het jaar.
Grafiekbeschrijving: Een lijn- of staafdiagram laat de groei in AVI-niveaus zien tussen januari (M4) en juni (E4). Leerlingen die de norm behalen, stijgen minimaal 1 niveau. De grafiek bevat drie lijnen:
De resultaten zijn afkomstig uit deze presentatie over toetsanalyse, waarin visueel wordt gemaakt hoe leerkrachten de voortgang bespreken in teamvergaderingen.
Het analyseren van resultaten gebeurt op meerdere niveaus:
Gebruik dit analysemodel voor LVS om snel overzicht te krijgen per leergebied.
Op basis van de toetsresultaten worden instructiegroepen bepaald:
Deze indeling kan worden ondersteund met het stroomschema groepsindeling op basis van LVS.
Ouders worden tweemaal per jaar geïnformeerd over de resultaten. Hierbij worden grafieken of voorbeeldopgaven getoond ter verduidelijking. In sommige scholen wordt gewerkt met een format voor oudergesprekken waarin toetsgegevens eenvoudig verwerkt kunnen worden.
In het volgende hoofdstuk gaan we verder met groep 5, waarin de complexiteit van de leerstof verder toeneemt en leerlingen zich meer bewust worden van hun prestaties en de betekenis van toetsen.
In groep 5 worden leerlingen uitgedaagd om hun basisvaardigheden verder te verfijnen en toe te passen in complexere situaties. Er is sprake van een verdiepingsslag in de leerstof en de nadruk op begrijpend lezen en rekenstrategieën neemt toe. De rol van toetsen in groep 5 verschuift licht: waar eerder met name werd gekeken naar het behalen van basisvaardigheden, wordt nu meer gelet op het inzichtelijk maken van leerlijnen, het signaleren van hiaten en het voorbereiden op verdere differentiatie.
De kerndomeinen voor toetsing in groep 5 zijn:
De gebruikte toetsen zijn onder meer:
Grafiekbeschrijving: Een meervoudige lijnengrafiek toont per domein (getallen, verhoudingen, meten & meetkunde, tijd) de gemiddelde vaardigheidsscore van de klas, vergeleken met:
De grafiek is gebaseerd op een format voor rekenanalyse, waarin deze resultaten per leerling worden uitgezet.
Na afname van de toetsen worden de resultaten geanalyseerd aan de hand van het groepsanalyseformulier groep 5. Leerlingen worden verdeeld over instructiegroepen. Deze analyse helpt de leerkracht om gerichte doelen te formuleren binnen het groepsplan.
Let op: bij leerlingen die onvoldoende groei laten zien is het van belang om ook te kijken naar didactisch handelen en toetscondities (motivatie, toetsomgeving, instructiekwaliteit).
In groep 5 krijgt begrijpend lezen een prominente rol. De LVS-toetsen meten veelal het eindresultaat, maar het proces is minstens zo belangrijk. Via lessen vanuit Nieuwsbegrip kan het strategiegebruik wekelijks worden geëvalueerd.
Een handige aanvulling is het observatie-instrument voor leesstrategieën dat de ontwikkeling van strategiegebruik volgt.
Leerlingen worden in groep 5 actief betrokken bij hun eigen leerproces. Door met hen leerdoelen te bespreken en voortgang zichtbaar te maken met eenvoudige grafieken, groeit hun eigenaarschap.
Voor ouders is het overzicht toetsmomenten en uitleg een hulpmiddel om thuis de juiste ondersteuning te bieden.
In het volgende hoofdstuk verkennen we groep 6, waarin abstracte vaardigheden verder ontwikkeld worden en de voorbereiding op de bovenbouw in volle gang is.
Groep 6 vormt een cruciale overgang naar de bovenbouw. Leerlingen krijgen te maken met meer zelfstandigheid, langere teksten, complexere opdrachten en een toename in abstract denken. De toetsen dienen enerzijds als instrument voor het volgen van de voortgang, anderzijds als voorbereiding op eindniveautoetsen in groep 7 en 8.
Een veelgebruikte ondersteunende bron is het toetsplan per domein voor groep 6.
Grafiek: Een kolommendiagram toont groei tussen M6 en E6 op basis van LVS-begrijpend lezen. Koppeling met strategiegebruik op beheersingsmatrix biedt inzicht in noodzakelijke interventies.
Op basis van de afname en analyseformulier groep 6 worden groepsplannen opgesteld. Aandachtspunt: leerstrategieën en executieve functies (zoals plannen en taakaanpak) integreren in instructie.
Leerlingen vullen aan het eind van elk blok een zelfreflectieformulier in. Deze wordt gedeeld met ouders tijdens rapportgesprekken.
In groep 7 verschuift de focus naar verdieping én naar een eerste inschatting van het eindniveau. Leerkrachten bereiden leerlingen voor op groep 8, de eindtoets en het schooladvies. Dat betekent een grotere nadruk op inzichtelijke formatieve toetsing én voorbereiding op summatieve afname.
Een overzichtelijk groepsformulier voor toetsresultaten groep 7 helpt bij het structureren van opbrengsten.
Grafiek: Een spreidingsdiagram met X-as (vaardigheidsscore LVS) en Y-as (leerkrachtinschatting). Clusters geven inzicht in leerlingen die boven/onder verwachting presteren. Zie presentatie prognoses en toetsverloop.
Vanaf februari worden leerling-oudergesprekken gevoerd ter voorbereiding op het voorlopig advies. Gebruik hiervoor het adviesvoorbereidingsformulier, waarin resultaten en motivatie zijn opgenomen.
Groep 8 is de culminatie van de toetslijn. Leerlingen worden voorbereid op de overstap naar het voortgezet onderwijs. Toetsing is zowel diagnostisch als summatief en dient als onderbouwing van het schooladvies.
Leerlingen maken de Centrale Eindtoets, IEP of Route8. De uitslag dient als second opinion op het schooladvies. Het toetsmomentenoverzicht VO-oriëntatie biedt een tijdlijn voor ouders en leerlingen.
Staafdiagram toont gemiddelde scores per jaar. Vergelijking met schoolambitie en landelijk gemiddelde. Zie visualisatie toetsanalyse VO.
Het schooladviesformulier biedt ruimte voor integrale afweging: toetsresultaten, werkhouding, leervorderingen.
Wanneer de eindtoets hoger uitvalt dan het advies, moet heroverweging plaatsvinden. Zie ook de richtlijn heroverweging.
In groep 8 zijn leerlingen in staat doelen te stellen en voortgang te monitoren. Gebruik bijvoorbeeld het eigenaarschapsformulier groep 8 voor periodieke zelfreflectie.
Toetsanalyse is een cruciale schakel tussen toetsafname en onderwijsverbetering. Een toets krijgt pas betekenis als de resultaten zorgvuldig worden geanalyseerd en gekoppeld aan onderwijsbeslissingen.
Bij elke toetsafname wordt gestart met het invullen van het leerlinganalyseformulier. Hierin staan:
Deze gegevens vormen de basis voor het opstellen van individuele actiepunten en het betrekken van ouders bij de voortgang.
Gebruik het groepsanalyseoverzicht om patronen te herkennen:
Visualisatie: Een lijngrafiek met voortgang per toetsmoment laat de middengroep, kopgroep en zorgleerlingen goed zien.
Met behulp van de meerjarige analysepresentatie wordt gekeken naar:
Toetsresultaten worden vertaald naar instructiegroepen:
Zie de differentiatiekaart groep 5-8 voor een schematisch overzicht.
Het groepsplanformulier biedt ruimte om:
Visualisatie: Staafdiagrammen van toetsresultaten vóór en na een instructieperiode maken opbrengsten zichtbaar.
Kwaliteitszorg betekent planmatig werken. Met behulp van de PDCA-cyclus (Plan-Do-Check-Act) wordt op schoolniveau gestuurd op toetsopbrengsten. Zie het kwaliteitszorgmodel.
Op basis van alle toetsgegevens uit het jaar wordt een jaarlijkse analyse gemaakt:
Gebruik hiervoor het schoolanalyseformat als centrale documentatie.
Toetsgegevens worden ook benut voor verantwoording aan:
Visualisatie: Een samengestelde staafgrafiek toont gemiddelde scores per vak en groep, inclusief landelijke vergelijking.