EEN SPANNEND VAK
- Je moet kunnen uitleggen wat we bedoelen met geschiedenis
- Je moet kunnen uitleggen wat we bedoelen met bronnen.
- Je moet onderscheid kunnen maken tussen geschreven en ongeschreven bronnen
- Je moet kunnen uitleggen wat prehistorie is.
- Je moet kunnen uitleggen wat het verschil is tussen historie en prehistorie.
- Je moet een goede tijdbalk kunnen maken.
PARAGRAAF 1
JAGERS EN VERZAMELAARS
De eerste mensen
- Je moet kunnen uitleggen wat de homo sapiens was.
- Je moet weten waar de eerste mensen vandaan komen.
Jagen en verzamelen
- Je moet kunnen uitleggen wat we bedoelen met jagers en verzamelaars.
- Je moet kunnen uitleggen wat we bedoelen met middelen van bestaan.
- Je moet in eigen woorden kunnen uitleggen hoe de jagers en verzamelaars aan voedsel kwamen.
Samenleven
- Je moet in eigen woorden kunnen uitleggen hoe de jagers en verzamelaars leefden.
- Je moet kunnen uitleggen hoe wij weten over de leefwijze van de jagers en verzamelaars.
- Je moet kunnen uitleggen wat we bedoelen met taakverdeling
Nog geen schrift
- Je moet kunnen uitleggen wat archeologen doen.
PARAGRAAF 2
EEN NIEUWE MANIER VAN LEVEN
Een vaste woonplaats
- Je moet kunnen uitleggen wat we bedoelen met een vaste woonplaats.
- Je moet weten waar de eerste mensen op een vaste woonplaats gingen wonen.
- Je moet kunnen uitleggen wat we bedoelen met landbouw.
Akkerbouw en veeteelt
- Je moet weten wanneer de eerste mensen aan landbouw gingen doen en waar zij dat deden. (aanwijzen op een kaart)
- Je moet in eigen woorden kunnen uitleggen waarom het makkelijker werd voor mensen om aan akkerbouw te gaan doen.
- Je moet weten wat Mesopotamië is.
Een ander klimaat
- Je moet kunnen uitleggen wat we bedoelen met een klimaatverandering.
- Je moet kunnen uitleggen hoe de klimaatverandering ervoor zorgden dat mensen aan landbouw gingen doen.
Andere verklaringen
- Je moet kunnen uitleggen wat we bedoelen met het begrip oorzaak.
- Je moet nog twee andere oorzaken kunnen noemen voor de overgang op landbouw.
PARAGRAAF 3
EEN GESCHENK VAN DE NIJL
De Nijl
- Je moet weten waar de rivier de Nijl stroomt.
- Je moet kunnen uitleggen waarom het slib belangrijk was voor de Egyptenaren.
Irrigatielandbouw
- Je moet kunnen uitleggen wat we bedoelen met irrigatielandbouw.
- Je moet in eigen woorden kunnen uitleggen hoe irrigatielandbouw werkte in het oude Egypte.
- Je moet kunnen uitleggen waarom de Nijl, buiten de landbouw, nog meer belangrijk was voor de Egyptenaren.
Farao
- Je moet kunnen uitleggen wat we bedoelen met bestuur.
- Je moet weten waar Boven-Egypte en Beneden Egypte lag. (aanwijzen op de kaart)
- Je moet weten wat we bedoelen met een farao en wat zijn taken waren.
- Je moet kunnen uitleggen wat we bedoelen met ambtenaren.
- Je moet kunnen uitleggen waarom Egyptenaren belasting moesten betalen.
Hiërogliegenschrift
- Je moet kunnen uitleggen wat we bedoelen met hiërogliefenschrift.
- Je moet kunnen uitleggen waarom het schrift werd uitgevonden.
- Je moet weten wanneer het hiërgogliefenschrift ongeveer werd gebruikt.
-Je moet kunnen uitleggen waarom wij tegenwoordig het hiërogliefenschrift kunnen ontcijferen.
PARAGRAAF 4
DE SAMENLEVING VERANDERT
Ieder zijn vak
- Je moet kunnen uitleggen wat we bedoelen met beroepen.
- Je moet een aantal beroepen uit het oude Egypte kunnen benoemen.
- Je moet kunnen uitleggen hoe er meerdere beroepen konden ontstaan in het oude Egypte.
Sociale lagen
- Je moet kunnen uitleggen wat we bedoelen met sociale lagen.
- Je moet een overzicht kunnen maken van de diverse sociale lagen in het oude Egypte.
Vrouwen
- Je moet in eigen woorden kunnen uitleggen hoe de positie van de vrouw was en welke taak zij hadden in het oude Egypte.
De eerste steden
- Je moet kunnen uitleggen wat we bedoelen met handel.
- Je moet kunnen uitleggen in welke producten met met welke landen de oude Egyptenaren handel dreven.
- Je moet kunnen uitleggen wat we bedoelen met nijverheid.
- Je moet kunnen uitleggen hoe het beloningssysteem werkte in het oude Egypte.(beloningssysteem=salaris)
PARAGRAAF 5
GODEN, MUMMIES EN PIRAMIDEN
Verering van natuurkrachten
- Je moet kunnen uitleggen wat we bedoelen met priesters.
- Je moet in eigen woorden de waarde van godsdienst voor de Egyptenaren kunnen beschrijven.
- Je moet kunnen uitleggen wie Re was.
-Je moet kunnen uitleggen wat we bedoelen met natuurgodsdienst.
Leven na de dood
- Je moet weten wie Osiris was.
- Je moet kunnen uitleggen hoe Egyptenaren dachten dat ze in het dodenrijk kwamen.
- Je moet kunnen uitleggen wat een mummie is.
Piramiden
- Je moet kunnen uitleggen wat een piramide is.
- Je moet kunnen uitleggen waarom farao’s werden begraven in priamiden.
- Je moet kunnen uitleggen waarom farao’s zoveel grafgiften meekregen in het graf.
Egyptische Rijk
- Je moet kunnen uitleggen wat we bedoelen met oorlogen.
- Je moet kunnen uitleggen waarom farao’s in het oude Egypte overgingen tot oorlogsvoering.
- Je moet kunnen uitleggen wat we bedoelen met het Egyptische Rijk.
- Je moet de vier bloeiperiodes van het Egyptische Rijk kunnen benoemen.
- Je moet weten wanneer het Egyptische Rijk op zijn hoogtepunt was.
- Je moet kunnen uitleggen waarom Egypte zo groot en machtig kon worden.
- Je moet weten wanneer en door wie er een einde werd gemaakt aan het Egyptische Rijk.