Bij geschiedenis gebruik je vaak bronnen. In deze toets kom je drie bronnen tegen. Bij elke bron beantwoord je een aantal vragen. Je antwoord geef je steeds in hele zinnen en in goed Nederlands.
Bekijk bron 1. Gebruik deze bron om vraag 1 tm 4 te maken. |
Bron 1. Een arbeider komt uit zijn werk. (uit: De Notenkraker)
Vraag 1.
Je hebt geleerd dat er verschillende soorten samenlevingen zijn. Zo leefden de jagers en verzamelaars in een jagers-verzamelaarssamenleving. In wat voor een soort samenleving speelt bron 1 zich af? Leg je antwoord uit adhv (=aan de hand van) een beeldkenmerk.
Vraag 2.
In welk tijdvak speelt bron 1 zich waarschijnlijk af? Leg ook dit antwoord uit adhv een beeldkenmerk.
Vraag 3.
Bron 1 wil ergens voor waarschuwen. Welk gevaar wil bron 1 duidelijk maken?Leg je antwoord uit.
Vraag 4.
Bron 1 stond in het blad “de Notenkraker”. Voor welke klasse uit de klassenmaatschappij was dit blad waarschijnlijk bedoeld? Leg je antwoord duidelijk uit adhv de bron.
Lees bron 2. Gebruik de bron om vraag 5 t/m 8 te beantwoorden |
Bron 2. Een Engelse mijnwerkster vertelt (1841); (vrij naar: McKay ea; A history of Western Society; Houghton Miiflin Comp.; Boston (USA) 2003).
“Mijn naam is Isabel Wilson. Ik ben 38 jaar oud. Wanneer vrouwen kinderen krijgen, moeten deze al weer snel met hun moeder mee naar beneden. Ik ben nu negentien jaar getrouwd en heb tien kinderen gekregen. Zeven zijn er in leven. Toen ik in de mijn van Sir John werkte had ik vijf keer een miskraam. Volgens mij kwam dat door de lange, harde werkdagen en het zware werk. Nu doe ik ander werk in op een andere plek in de mijn. Mijn laatste kind kwam op een vrijdag ter wereld. Zaterdag was ik alweer aan het werk in de mijn. Maar ook in dit deel van de mijn is het werk niet makkelijk. Een paar weken geleden schoot een koolwagon los. Met volle vaart botste deze tegen mijn hoofd aan. Door mijn gebroken kaak kon ik weken niet werken. Gelukkig konden vier van mijn kinderen extra werk in de mijn doen. Geen van mijn kinderen kunnen lezen of schrijven. Geld om ze naar school te laten gaan kunnen we niet missen. Ik kan zelf wel lezen, maar ik heb de tijd niet om dit de kinderen te leren. Ik heb geluk met mijn kinderen. Wanneer het dak lekt, en dat komt niet zelden voor, kan John (14 jaar) dit meestal repareren. Als ik werk doet Lassie (10 jaar) het huishouden. Zij heeft de gave om elke dag weer te zorgen dat er, van het schamele eten, een voedzaam potje op tafel staat.” |
Vraag 5.
In bron 2 lees je een aantal voorbeelden van slechte werkomstandigheden in de tijd dat Isabel leefde. Geef drie “citaten” uit de bron die over slechte werkomstandigheden gaan.
Vraag 6.
In bron 2 kom je ook aanwijzingen van slechte leefomstandigheden tegen. Noem twee voorbeelden van slechte leefomstandigheden die je in de bron tegenkomt.
Vraag 7.
In de mijn waar Isabel werkt wordt grondstof gewonnen. Welke grondstof is dit, en waar wordt deze voor gebruikt?
Vraag 8.
Leg mbv bron 2 uit waarom het voor de kinderen van Isabel bijna niet mogelijk is om in een andere klasse binnen de klassenmaatschappij te komen.
Bekijk bron 3. Gebruik deze bron om vraag 9 en 10 te beantwoorden. |
Bron 3. Een verkiezingsposter.
Vraag 9.
Op bron 3 zie je een verkiezingsposter van een politieke partij. Is deze partij (vooral) bedoeld voor patronen of voor arbeiders? Leg je antwoord uit adhv twee beeldelementen.
Vraag 10.
De partij waar bron 3 over gaat kreeg in de negentiende eeuw nauwelijks stemmen. Geef een duidelijke verklaring voor dit verschijnsel.