Algemeen:
- In welke periode vond de tijd van ontdekkers en hervormers plaats? (begin -en -eindjaartal)
- Welke historische periode behandelen we in dit tijdvak?
De handel in specerijen:
- Je moet kunnen uitleggen wat specerijen waren en waar ze vandaan kwamen.
- Je moet kunnen uitleggen waarom de Europeanen zelf op zoek gingen naar een zeeroute naar Indië? (Noem twee redenen)
De ontdekkers op weg:
- Je moet kunnen uitleggen waarom het best gevaarlijk was om op ontdekkingreis te
gaan.
- Je moet 3 belangrijke ontdekkingsreizigers noemen.
Een nieuw werelddeel:
- Je moet kunnen uitleggen waarom het voor de Spanjaarden vrij makkelijk was om grote gebieden in Midden- en -Zuid-Amerika te veroveren.
- Je moet kunnen uitleggen wat een kolonie is.
- Je moet kunnen uitleggen waarom de komst van de Spanjaarden voor de Indianen slecht was.
De macht van de Kerk:
- Je moet kunnen uitleggen waarom steeds meer mensen de Kerk verkeerd vinden.
- Je moet kunnen uitleggen waarom het gevaarlijk was om kritiek op de Kerk te hebben.
- Je moet weten wie Erasmus was en hoe hij vond dat de Kerk moest zijn.
De Hervormers:
- Je moet kunnen uitleggen wat een hervormer is.
- Je moet kunnen uitleggen wie Luther is en wat zijn ideeën over de Kerk waren.
- Je moet kunnen uitleggen wie Calvijn is en wat zijn ideeën over de Kerk waren.
Protestants en rooms-katholiek:
- Je moet drie verschillen kunnen noemen tussen de protestanten en de rooms-katholieken.
- Je moet op een kaart van Europa kunnen aanwijzen welke gebieden er protestants werden en welke gebiedem trouw bleven aan de Paus.
.
Filips II en de Lage Landen:
- Je moet weten wanneer Filips II heer werd van de Nederlanden.
- Je moet kunnen uitleggen hoe het bestuur in de Nederlanden was geregeld. Gebruik hierbij de woorden: koning- landvoogd -stadhouder
-Je moet kunnen uitleggen wat een stadhouder is.
-Je moet kunnen uitleggen wie Willem van Oranje was.
Verzet tegen de koning:
- Je moet kunnen uitleggen wat de Staten-Generaal is.
- Je moet drie redenen kunnen benoemen waarom Filips II ruzie kreeg met de Staten-Generaal.
Het begin van een grote opstand:
- Je moet kunnen uitleggen wat de Beeldenstorm was.
- Je moet kunnen uitleggen hoe Filips II reageerde toen hij hoorde van de Beeldenstorm.
- Je moet kunnen uitleggen wie de hertog van Alva was.
- Je moet kunnen uitleggen wat Watergeuzen zijn.
- Je moet kunnen uitleggen waarom Willem van Oranje en de Watergeuzen het Spaanse leger aanvielen.
- je moet weten wat er in 1572 gebeurde.
De eerste jaren van de Opstand:
- Je moet kunnen uitleggen wat we bedoelen met de Opstand.
- Je moet kunnen uitleggen waarom het moeilijk was voor de Spanjaarden om de veroverde gebieden weer terug te winnen.(één reden)
De Unie van Utrecht:
- Je moet kunnen uitleggen hoe Willem van Oranje dacht over godsdienst.
- Je moet kunnen uitleggen waarom in 1579 de Unie van Utrecht werd opgericht.
- Je moet op een kaartje kunnen aanwijzen welke gebieden bij de Spanjaarden bleven horen en welke gebieden bij de Opstandelingen hoorden.
Nederland onafhankelijk:
- Je moet weten in welk jaar de noordelijke Nederlanden vonden dat ze onafhankelijk waren.
- Je moet weten wanneer Willem van Oranje werd vermoord.
- je moet weten wanneer de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden werd opgericht.
- Je moet uitleggen waarom men een Republiek werd en geen koninkrijk.
- Je moet kunnen uitleggen hoe het bestuur van de Nederlanden in elkaar zat.
- je moet weten wanneer er een einde kwam aan de 80-jarige oorlog.